naar eerste pagina foto's lesmateriaal en bestellen |
Bij dit liedje horen vijf ritmekaartjes met lichtblauwe noten. De ritmekaartjes kun je onder het liedje leggen, bij iedere maat hoort een kaartje. |
Leonoor heeft dit liedje zelf geschreven. Nieuw in dit liedje is: De 2/2 maat, daar gebruiken we de lichtblauwe kleur voor. De tweeklanken: twee tonen die tegelijk gezongen worden, het klinkt dan even tweestemmig. |
Het lied heeft drie coupletten: |
Ik maak noten en muziek, ik zing graag een lied. Noten schrijven, samen zingen, zo maak ik muziek. |
Ik maak noten en muziek, ik verveel me niet. Tonen blazen op de fluiten, zo maak ik muziek |
Ik maak tonen en muziek, ik speel nu een lied. Op de gamba's en de luiten, zo maak ik muziek |
In het liedje veranderen de noten in tonen: In het 1e en 2e couplet is de eerste zin: - Ik maak noten en muziek en in het 3e couplet is de eerste zin: - Ik maak tonen en muziek. |
Noten kun je schrijven, lezen, tikken. Noten worden tonen als je gaat zingen of spelen. Als je tonen met gevoel zingt of speelt, wordt het muziek. |
Je kunt terwijl je het liedje zingt: - de noten aanwijzen, - de lettergrepen meeklappen - tikken met twee bamboestokjes. |
In een groep kan iedereen om beurten een stukje van het lied tikken met bamboestokjes, bijvoorbeeld: |
Ik maak noten en muziek, ik zing graag een lied. Noten schrijven, samen zingen, zo maak ik muziek. |
Het lied heeft een 2/2 maat (twee-tweede-maat): - in iedere maat zitten twee halve noten. - de halve noot duurt één tel, - er zitten dus twee tellen in iedere maat. |
In een 2/2 maat duurt de halve noot één tel. In een 2/2 maat gaan er twee kwartnoten in één tel. In een 2/2 maat gaan er vier achtste noten in één tel. |
De 2/2 maat is een maatsoort die vaak voorkomt in oude muziek. De halve noot als teleenheid, zorgt voor een rustige sfeer. |
In de 2/2 maat is de teleenheid de halve noot In de 4/4 maat is de teleenheid de kwartnoot In de 6/8 maat is de teleenheid de achtste noot |
In een 4/4 maat tel je vier kwarten als vier tellen: 1, 2, 3, 4. In een 2/2 maat tel je vier kwarten als twee tellen: 1 ne, 2 je. |
De laatste noot c (met daarboven de noot e) van het liedje is een halve noot met een punt, die duurt anderhalve tel. |
In de 1e maat tel je In de 2e maat tel je In de 3e maat tel je In de 4e maat tel je In de 5e maat tel je |
de twee kwartnoten en de vier achtste noten zo: de kwartnoot, de twee achtste noten en de twee kwartnoten zo: de halve noot en de vier achtste noten zo: de zes achtste noten en de kwartnoot zo: (met een licht accent op de laatste té) de kwartnoot en de halve noot met punt zo: (met een licht accent op de né) |
1----ne 1----ne te 1 1 ne te te 1----né |
2 je te te 2----je 2 je te te 2 je té 2 |
|
Ík 1 |
maak ne |
no 2 |
- |
ten je |
en te |
mu te, |
- |
zíek, 1 |
ik ne |
zing te |
graag 2 |
een je, |
líed. 1 |
No 2 |
- |
ten je |
schrij te |
- |
ven, te, |
sá 1 |
- |
men ne |
zin te |
- |
gen, te |
zo 2 |
maak je |
ik te, |
mú 1 |
- |
ziek. ne - 2. |
|
Welke (zes) tonen er in het liedje zitten, kun je vinden op de toonladder C. |
Ík c |
maak d |
no e |
- |
ten e |
en d |
mu d, |
- |
zíek, c |
ik e |
zing f |
graag g |
een a, f |
líed. g e |
No g |
- |
ten g |
schrij e |
- |
ven, e, |
sá f |
- |
men f |
zin d |
- |
gen, d |
zo c |
maak d |
ik e, |
mú f d |
- |
ziek. e c. |
|
In dit liedje zitten vier tertsen, twee tonen die tegelijk klinken, samenklanken. Een terts is de afstand tussen de 1e en de 3e toon, bijvoorbeeld een c en een e. In het woord terts zit het woord trio, triangel, drie. |
- In de 2e en 3e maat bij de woorden een lied heeft: |
- de melodie de noten: - de stem eronder de noten: |
a en g f en e |
Er klinken dan twee tertsen: f - a is een grote terts, twee hele afstanden (f - g en g - a) e - g is een kleine terts, een halve (e - f) en een hele afstand (f - g). |
- In de 5e maat bij het woord muziek heeft: |
- de bovenste stem de noten: - de melodie de noten: |
f en e d en c |
Er klinken dan twee tertsen: d - f is een kleine terts, een hele (d - e) en een halve afstand (e - f). c - e is een grote terts, twee hele afstanden (c - d en d - e) |
Op de pagina intervallen vind je een uitgebreide uitleg over de intervallen en hun namen. |
Je vouwt het boekje zigzaggend op met de tekst van het liedje naar boven. |
Naast Ik maak noten en muziek zijn er nog vijf boekjes beschreven: - Vader Jacob met vier ritmekaartjes met oranje noten - Mieke hou je vast met vijf ritmekaartjes met rode noten - Een twee drie vier, hoedje van met zes ritmekaartjes met oranje noten - Oze wiezewoze met vijf ritmekaartjes met groene noten - Op de glijbaan met vier ritmekaartjes met paarse noten |