OP DE GLIJBAAN

4 ritmekaartjes

6/8 maat



naar eerste pagina
lesmateriaal



Bij dit liedje horen vier ritmekaartjes met paarse noten
De vier
ritmekaartjes kun je als een puzzel onder het liedje leggen, bij iedere maat hoort een kaartje.

foto van het liedje Op de glijbaan, met ritmekaartjes


nieuw


nieuw in dit liedje is:

De
6/8 maat, daar gebruiken we de paarse kleur voor.




zingen en tikken


Op de glijbaan heeft vier maten.

- Je kunt terwijl je het liedje zingt de noten aanwijzen.
- Je kunt het liedje zingen en de lettergrepen
meeklappen.
- het liedje
tikken met bamboestokjes.
- Je kunt ook het liedje alleen klappen of tikken en in gedachten het liedje meezingen.


In een groep kan iedereen om beurten één maat van het lied tikken of zingen en naar elkaar luisteren:

Op de glijbaan
glij ik graag
hoog van boven
naar omlaag


Je kunt ook:

Op zingen en de glijbaan klappen of tikken,
glij zingen en ik graag klappen of tikken
hoog zingen en van boven klappen of tikken
naar zingen en omlaag klappen of tikken




de maatsoort


Op de glijbaan heeft een 6/8 maat (zes-achtste-maat):

- in iedere maat zitten
zes achtste noten
- de achtste noot duurt
één tel
- dus zitten er
zes tellen in iedere maat.


In de 6/8 maat duurt:

de achtste noot
één tel.
de kwartnoot
twee tellen.
de kwartnoot met punt
drie tellen.

De punt achter een noot betekent dat de helft van de waarde van die noot erbij komt. Een kwartnoot met punt duurt dus (twee plus één is drie) drie achtstes.




het tellen


6 tellen
De 6/8 maat is een samengestelde maat.

je verdeelt de maat in
twee groepjes van drie tellen:

1 2 3 - 4 5 6.

Dit voelt als wiegend.



In de 1e en de 3e maat tel je de kwartnoot, achtste noot en de kwartnoot, achtste noot zo: 1- 2- 3 4 - 5- 6
In de 2e en de 4e maat tel je de kwartnoot, achtste noot en de kwartnoot met punt zo: 1- 2- 3 4 - 5- 6


Het verbindingsstreepje tussen twee getallen betekent dat de noot langer duurt, de tellen met een verbindingsstreepje horen dus bij één noot.




Als je in iedere maat twee accenten geeft:

- een
zwaarder accent (1) op de eerste achtste en
- een
lichter accent (2) op de vierde achtste,

krijg je een wiegende of schommelende beweging en dan
voel en tel je:

2 tellen, de
kwartnoot met punt, een grotere eenheid, (in plaats van:
6 tellen, de achtstes, een kleinere eenheid).




2 x 3 tellen


Je kunt ook 2 x 3 achtstes tellen en tegelijk de kwartnoot met punt tellen,
door een accent te geven op de
1 en een iets lichter accent op de 2:

1 2 3 - 2 2 3.

Op den duur laat je de 2 en 3 (de achtstes) weg en houdt je de grotere eenheid
1 - 2 (de kwartnoot met punt) over.



2 tellen


Zo tel je dus op drie manieren:
1

2

3

1 2 3

1 2 3

1
4 5 6

2 2 3

2
Als je deze manieren van tellen een tijdje hardop doet of met bamboestokjes tikt, kun je ervaren dat de 3e manier in tweeën tellen rustig en wiegend voelt.




de tellen van het liedje


Je kan het liedje ook zingen zoals je het telt.
De vier maten met de (4 x 6) tellen van het liedje staan onder de woorden.
Op de tweede regel staan de (4 x 2) tellen (de kwartnoten met een punt) die je voelt.



Óp de glij - baan glíj ik graag, hóog van bo - ven náar om - laag.
1 - 2 3 4 - 5 6, 1 - 2 3 4 - 5 - 6, 1 - 2 3 4 - 5 6, 1 - 2 3 4 - 5 - 6.
1 2, 1
2, 1 2, 1 2.


Ik heb de eerste tel van de maat steeds aangegeven met een rood cijfer.
Met de komma geef ik het einde van een maat aan,
met de punt het einde van het liedje.




het ritme


Op de eerste regel is het ritme:

maat
1: kwartnoot, achtste noot, kwartnoot, achtste noot,
maat
2: kwartnoot, achtste noot, kwartnoot met punt,

maat
3: kwartnoot, achtste noot, kwartnoot, achtste noot,
maat
4: kwartnoot, achtste noot, kwartnoot met punt.

Het ritme van maat
1 en 2 is gelijk aan
het ritme van maat
3 en 4.

Het liedje heeft dus twee keer hetzelfde patroon.

foto van de ritmekaartjes van Op de glijbaan

de vier ritmekaartjes van Op de glijbaan,
maat 1 en 2 en daaronder maat 3 en 4




notennamen


Welke (zes) tonen er in het liedje zitten, kun je zien op de toonladder van C.

foto van de toonladder C


Ik heb de notennamen onder het liedje gezet, zodat je het liedje kan zingen met notennamen:


Óp de glij - baan glíj ik graag hóog van bo - ven náar om - laag.
c d e c, e f g, a a g f, e d c.


Ik heb de eerste tel van de maat steeds aangegeven met een rode letter.
Met de komma geef ik het einde van een maat aan,
met de punt het einde van het liedje.




Ik heb dit liedje in 2010 gemaakt samen met Melianna (4 jaar),
nadat ze een tekening had gemaakt van de glijbaan waar ze vanaf was gegaan.
Zij heeft met haar twee broertjes (5 en 2 jaar) bij ons thuis muziekles.




5-stemmige bewerking


Ik heb Op de glijbaan
5-stemmig gemaakt.
foto van de 5-stemmig bewerking van Op de glijbaan



foto van het boekje Op de glijbaan

Je vouwt het boekje zigzaggend op met de tekst van het liedje naar boven.
Naast Op de glijbaan zijn er nog vijf boekjes die beschreven zijn:

-
Vader Jacob met vier ritmekaartjes met oranje noten

-
Een twee drie vier, hoedje van met zes ritmekaartjes met oranje noten

-
Oze wiezewoze met vijf ritmekaartjes met groene noten

-
Mieke hou je vast met vijf ritmekaartjes met rode noten

-
Ik maak noten en muziek met zes ritmekaartjes met lichtblauwe noten